Reglement van de Stichting Kerkhoven Harich en Ruigahuizen

 

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1  Begripsomschrijvingen

Dit reglement verstaat onder:

Administrateur: degene die door het bestuur van de stichting is aangewezen voor het verzorgen van de administratie van de  begraafplaats.

Beheerder: degene die door het bestuur van de stichting belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt.

Stichting kerkhoven Harich en Ruigahuizen: Hierna te noemen: het bestuur van de Stichting of Stichting.

Graven:(Particulier graf) U koopt geen graf, maar uitsluitend recht tot begraven waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitende recht is verleend tot: (zie artikel 13 en verder)

Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt, voor zover van belang onder “eigen graf” mede verstaan: eigen urnengraf.

Urn: een voorwerp ter berging van één of meer as bussen.

As bus: een bus ter berging van de as van een overledene.

Grafbedekking: gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting.

Gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken.

GrafbeplantingZie artikel 22.

Graftermijn:  de termijn gedurende welke men krachtens uitsluitend recht of algemeen graf een lijk begraven mag houden. Op het grafbewijs staat de datum tot wanneer uw recht geld.

Grafbrief, grafakte: – overeenkomst waarin door de beheerder een grafrecht is verleend.

Rechthebbende degene die een uitsluitend recht op begraven heeft op een particulier graf, dan wel particulier urnen graf. Bovenstaande  staat met letter en cijfer(s)op uw grafbewijs wordt!

Uitsluitend recht/Grafrecht: het recht om gedurende een bepaalde periode één of meer lijken in het graf te doen begraven of begraven te houden.  De rechthebbende heeft het grafbewijs op naam staan en deze rechthebbende bepaald wie in het graf begraven.

Grafrust (termijn): – periode waarin een lijk niet opgegraven mag worden, behoudens toestemming van de bevoegde autoriteit.

Stickers: Mocht er een sticker op uw monument staan, neem zo snel mogelijk contact op met de beheerder, uw grafrecht is dan verlopen!

Verlof tot begraven: – het door de ambtenaar van de burgerlijke stand af te geven schriftelijk verlof voor de begraving.

 

Artikel 2  Beheer

Het beheer van de  begraafplaats berust bij het bestuur van de stichting kerkhoven Harich en Ruigahuizen. Het bestuur van de stichting wijst een beheerder aan die de dagelijkse leiding over de begraafplaats heeft.

 

Artikel 3  Administratie

  1. De administratie van de begraafplaats wordt gevoerd door een door het bestuur van de stichting aangewezen administrateur. Bij de registratie van persoonsgegevens worden de vereisten van de Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht genomen.
  2. Degenen die bij de begraafplaats te boek staan als rechthebbende op een graf, urnengraf, dan wel als belanghebbende bij een algemeen graf, dragen er zorg voor dat steeds hun correcte adres bij de administratie bekend is. Dit kan eenvoudig via de website.

 

Artikel 4  Register

Het bestuur en/of de door hen aangewezen administrateur houd(t)(en) een register bij van alle op de begraafplaats begraven lijken en bijgezette as bussen, met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven of bijgezet zijn en een plattegrond van de begraafplaats. In dit register worden ook aangetekend de door het bestuur van de stichting al uitgegeven, maar nog niet gebruikte eigen graven. Het register en de plattegrond worden in tweevoud bijgehouden.

Bij opheffing van de begraafplaats, respectievelijk het crematorium wordt het register overgebracht naar het archief van de desbetreffende burgerlijke gemeente.

 

HOOFDSTUK 2

OPENSTELLING, ORDE EN RUST

 

Artikel 5  Openstelling begraafplaats

  1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk van zonsopkomst tot zonsondergang. Kinderen beneden 12 jaren hebben slechts toegang, indien zij zijn vergezeld van een volwassene.
  2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.
  3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
  4. Het is toegestaan honden of andere huisdieren alleen aangelijnd op de begraafplaats toe te laten.

 

Artikel 6  Ordemaatregelen

  1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de beheerder of namens het bestuur van de stichting aangewezen derde, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.
  2. Het is verboden zonder noodzaak over de graven te lopen, beplantingen te beschadigen of bloemen te plukken.
  3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
  4. Degenen die het in het tweede lid vermelde verbod overtreden of zich niet houden aan de in het derde lid bedoelde aanwijzingen, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

 

Artikel 7  Herdenkingen en bijeenkomsten

  1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder van de begraafplaats onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaats vinden.
  2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van het bestuur van de stichting of de beheerder.
  3. Bijeenkomsten op de begraafplaats, die het karakter van een openbare manifestatie hebben of naar het oordeel van het bestuur van de stichting zullen hebben, kunnen door het bestuur van de stichting worden verboden.

 

 Artikel 8  Opgravingen, ruimen en stickers

  1. Ruimingen vinden plaats wanneer het grafrecht is verlopen. U hebt als rechthebbende gekozen om de grafrechten niet te verlengen. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven, zoals omschreven in artikel 26 gebeurt in opdracht van de beheerder door daartoe aangewezen professionele personen c.q. gecertificeerde bedrijven.
  2. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan, indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. Bij uitzondering kan het bestuur toestemming geven aan andere dan bovengenoemde personen er bij aanwezig te zijn.

Stickers:

  1. Uw adres is niet te achterhalen en uw grafrecht is verlopen? Dan plakt de beheerder een sticker op uw grafmonument en kunt in binnen één jaar nadat de sticker is aangebracht contact opnemen met de beheerder en overleggen of u het grafrecht wilt verlengen. Is er geen contact in dat jaar, dan kan de beheerder kan het graf ruimen.

 

HOOFDSTUK 3:

VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

 

Artikel 9  Kennisgeving begraven, as bezorging, openen en sluiten van het graf

  1. Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten of verstrooien geeft daarvan uiterlijk 3 werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting plaats vindt, kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
  2. De kist of het omhulsel van het lijk, dan wel asbus/urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens zoals de namen, de datum van geboorte en overlijden van de overledene moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.
  3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, evenals het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 36.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
  4. Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen bij te sluiten die niet tot de kist, het omhulsel of de overledene behoren, anders dan kleine verteerbare grafgiften. De materialen die verwerkt zijn in de lijkkist, het omhulsel en de kleding van de overledene, dienen zoveel mogelijk van natuurlijk verteerbare aard te zijn. In geval van gerechtvaardigde twijfel of de materialen aan deze eis voldoen, kan de beheerder een controle instellen. Blijken de gebruikte materialen niet aan de gestelde eis te voldoen dan kan begraving worden geweigerd. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

 

 Artikel 10  Over te leggen stukken

  1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder. Indien de overledene binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven, dient tevens het daartoe vereiste verlof van de burgemeester te worden overgelegd.
  2. Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
  3. Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaats vinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de dan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaren. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 15, tweede lid.
  4. Bij een verzoek tot verlenging wordt een bewijs van betaling overgelegd van de grafrechten voor de eerste periode waarvoor het graf respectievelijk urnengraf is uitgegeven.

 

Artikel 11  Tijden van begraven en as bezorging

  1. Op zondagen, christelijke of algemeen erkende feestdagen, wordt geen gelegenheid gegeven tot begraven en bezorgen van as, tenzij de burgemeester een van de normale termijn afwijkende termijn voor begraving of verbranding heeft gesteld of het bestuur van de stichting hiervoor toestemming heeft verleend.

 

 HOOFDSTUK 4

DE GRAVEN

Artikel 12  Soorten graven en termijnen 

  1. Op de begraafplaats kunnen worden onderscheiden:
    1. particuliere graven en particuliere urnengraven
    2. Particuliere grafkelders
    3. algemene graven en algemene urnengraven
    4. Verstooiings plaatsen en Strooiveldje.
  2. Het bestuur van de stichting bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel as bussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er in de eigen graven kunnen plaatshebben. Het bestuur bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur van een eigen graf is 20 jaar.

 

Artikel 13  Particulier graf

  1. Een uitsluitend recht op een graf kan alleen schriftelijk worden verleend aan één meerderjarig persoon. Door het bestuur van de stichting wordt een akte van grafuitgifte opgemaakt. (Grafbewijs)
  2. Op dit grafbewijs wordt vermeld welk grafrecht is uitgegeven (letter en cijfer(s) en voor welke termijn.
  3. De beheerder bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. Voor particuliere graven geldt een minimumtermijn van 10 jaren. Voor particuliere urnengraven en urnenplaatsen geldt een minimum termijn van 10 jaren.
  4. De rechthebbende op het graf ontvangt een grafbewijs wanneer dit betaald is.
  5. Een urnengraf biedt plaats aan een aantal asbussen/urnen dat door en in overleg met de beheerder wordt bepaald bij uitvoeringsbesluit.

 

Artikel 14  Algemeen graf

  1. Voor algemene graven geldt een grafrusttermijn van 15 jaren.
  2. Ten minste zes maanden en ten hoogste twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van een algemeen graf doet de beheerder daarvan schriftelijk mededeling aan de belanghebbende bij dat graf wiens adres hem bekend is.

 

Artikel 15  Verstrijking en verlenging termijn eigen graf/urnenplek

  1. Het recht op een particulier graf of urnengraf eindigt op het moment dat de uitgiftetermijn is verstreken of het recht is vervallen, dan wel op de datum tegen welke door de rechthebbende afstand van het recht is gedaan.
  2. Het uitsluitend recht op een graf wordt op verzoek van de rechthebbende na verstrijking van de uitgiftetermijn verlengd. De verlenging geschiedt telkens voor tenminste 10 jaar en niet langer dan 20 jaren. U bent als rechthebbende mede zelf verantwoordelijk voor het tijdig verlengen van uw grafrechten.
  3. Het college van kerkrentmeesters probeert binnen een jaar na de aanvang van de termijn waarin verlenging van het recht kan worden verzocht, aan de rechthebbende wiens adres hem bekend is, schriftelijk mededeling van het verstrijken van de termijn en van het bepaalde in lid 2.
  4. Indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling, bedoeld in lid 3, om verlenging van het recht is verzocht, maakt het college van kerkrentmeesters de mededeling bekend bij het graf d.m.v. een op het grafmonument geplakte sticker. De aankondiging blijft beschikbaar tot het einde tot een jaar na het plakken van de sticker.
  5. Verlenging van grafrechten wordt niet verleend indien het onderhoud van het graf, voor zover dit niet tot de taak van de beheerder behoort, naar het oordeel van de beheerder is verwaarloosd.
  6. Het recht op bijzetting van een asbus op een urnenplaats wordt op verzoek van de rechthebbende na de verstrijking van de uitgiftetermijn verlengd, mits er een verzoek is gedaan. De verlenging geschiedt telkens voor minimaal 10 en maximaal 20 jaar.

 

Artikel 16  Overschrijving van verleende rechten

  1. Het uitsluitende recht op een graf of urnenplaats, kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner of een der natuurlijk persoon. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander rechtspersoon is mogelijk, indien daarvoor redenen bestaan. Bij het verzoek voor overschrijving is een verklaring van geen bezwaar van de erven noodzakelijk.
  2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Het verzoek om overschrijving, bij anderen dan de echtgenoot of levenspartner, moet voorzien zijn van een verklaring van geen bezwaar van de erven. Overschrijving ten name van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
  3. In het verleden zijn grafrechten per jaar in rekening gebracht, dit grafrecht per jaar betalen vervalt bij overlijden rechthebbende. Dan moet het grafrecht gekocht worden.
  4. Indien binnen de in lid 2 gestelde termijn geen verzoek tot overschrijving is gedaan, vervalt het grafrecht aan het bestuur van de stichting.

Artikel 17

Voor overschrijving is een recht verschuldigd volgens de bij dit reglement behorende tarievenlijst, die jaarlijks kan worden herzien. Van iedere overschrijving van het recht op een graf wordt aantekening gehouden in het in artikel 4 genoemde register. De rechthebbende krijgt een bewijs van overboeking.

 

 Artikel 18 Grafkelder

Het bestuur van de Stichting kan aan de rechthebbende op een particulier graf, indien daartoe de mogelijkheden aanwezig zijn, vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het bestuur van de Stichting te stellen voorwaarden. Het bestuur is hier heel terughoudend in.

 

Artikel 19 Bijzetting van urnen en asbussen

Een uitsluitend recht op een plaats tot bijzetting van een urn in een urnenveld of andere plaats kan slechts voor bepaalde tijd worden verleend aan één meerderjarige persoon of rechtspersoon; dit recht kan alleen schriftelijk worden gevestigd. Door Stichting wordt daartoe een akte van bijzetting van een asbus/urn opgemaakt.

Het bestuur van de Stichting bepaalt de uitgifteduur van particuliere urnenplaatsen, met een minimumtermijn van 10 jaren.

De rechthebbende op de plaats tot bijzetting van een asbus/urn ontvangt een exemplaar van de in lid 1. Genoemde akte.

Na afloop van de uitgiftetermijn kan deze op verzoek van de rechthebbende worden verlengd. Van de verlenging wordt door de administrateur een akte opgemaakt, waarvan de rechthebbende een exemplaar ontvangt.

In de in lid 1. Genoemde akte, dan wel bij verlenging van het recht, wordt de naam en het adres van de rechthebbende vermeld, voorts welke urnenplaats is uitgegeven of verlengd, tegen welke prijs en voor welke termijn.

6 In of op een graf waarin een overledene is begraven kunnen niet meer asbussen/urnen worden bijgezet dan het aantal dat door het bestuur van de Stichting bij uitvoeringsbesluit is bepaald.

Op het eindigen van het recht tot bijzetting van een asbus/urn is het bepaalde in artikel 15 lid 1 van overeenkomstige toepassing.

Ruiming van een asbus/urn, na het vervallen of eindigen van het recht tot bijzetting van de asbus/urn, geschiedt door verstrooiing van de as, hetzij door of in opdracht van het bestuur van de Stichting, op een strooiveld, hetzij door degene die het recht tot bijzetting had gevestigd op een strooiveld, of in een particulier graf of urnengraf, dan wel elders buiten de begraafplaats. Ruiming van een asbus/urn binnen 10 jaar nadat de as daarin is geborgen, vindt niet plaats dan met toestemming van de rechthebbende.

 

Artikel 20 Afstand doen van grafrechten en rechten op urnenplaatsen

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding, kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van zijn recht. Van de ontvangst van zodanige verklaring zend het bestuur van de Stichting een schriftelijke bevestiging aan de rechthebbende. Het recht vervalt aan de Stichting.

 

HOOFDSTUK 5

GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 21  Toestemming voor het aanbrengen of verwijderen van een grafbedekking

1.Het gedenkteken/grafbedekking is eigendom van de recht hebbende. Voor het hebben of verwijderen van een grafbedekking is toestemming nodig van het bestuur van de stichting.

Het bestuur van de Stichting Kerkhoven Harich en Ruigahuizen is niet verantwoordelijk voor onderhoud of schade aan het gedenkteken! Ook bij ruimen of verwijderen (wanneer de termijn verlopen is) blijft de rechthebbende verantwoordelijk en dient in overleg met de beheerder het gedenkteken verwijderd te worden. (Hulp bij onderhoud, kijk bij Home)

Het bestuur van de stichting kan nadere regels vaststellen over de wijze van aanvragen van toestemming, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

Het bestuur van de stichting kan de toestemming weigeren indien:

  1. niet voldaan wordt aan de eventueel door hen vastgestelde nadere regels
  2. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats
  3. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is
  4. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Toestemming voor het hebben of verwijderen van een grafbedekking moet worden aangevraagd door en wordt gesteld op naam van de rechthebbende op de grafruimte. In de aanvraag moet worden aangegeven welk bedrijf de uitvoering verzorgt. Bij overschrijving van dat recht wordt de dan ingeschreven rechthebbende beschouwd als de houder van de toestemming.

 

Artikel 22  Grafbeplanting

1.Geen boom of conifeer! Alleen winterharde beplanting en losse bloemen, planten, kransen welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.

Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door degene die belast is met de dagelijkse leiding op de begraafplaats worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Ook losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder.

3.Beplanting die niet op het graf is geplaatst, is eigendom van de beheerder van de begraafplaats en kan verwijderd worden zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

 

Artikel 23  Verwijdering grafbedekking door de stichting

De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het bestuur van de Stichting worden verwijderd. Hetzelfde geldt na het vervallen of het doen van afstand van het grafrecht.

Schade aan de grafbedekking als bedoeld in artikel 21 lid 6 komt voor rekening van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, voor rekening van belanghebbende.

Indien de rechthebbende, of wanneer het een algemeen graf betreft, de belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen en daardoor een risico ontstaat van schade aan de begraafplaats of aan derden, kan het bestuur van de Stichting met inachtneming van het gestelde in lid 4 en 5 de grafbedekking geheel of gedeeltelijk doen verwijderen.

Tenzij sprake is van een acuut risico, zulks uitsluitend ter beoordeling van het bestuur van de Stichting, vindt de verwijdering niet plaats dan nadat drie maanden zijn verstreken nadat de rechthebbende resp. de belanghebbende bericht heeft ontvangen en is aangemaand tot onderhoud of herstel van de grafbedekking. Als het adres van de rechthebbende resp. de belanghebbende niet meer bekend is, vindt de vermelde aanmaning plaats d.m.v. een sticker op de grafsteen of anders te plaatsen bij het graf.

De grafbedekking vervalt aan de beheerder van de begraafplaats, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is, indien deze niet binnen drie maanden na de verwijdering is afgehaald door degene die toestemming heeft verkregen tot plaatsing van de grafbedekking.

 

HOOFDSTUK 6

ONDERHOUD

Artikel 24  Onderhoud door het bestuur van de stichting

Het bestuur van de stichting belast zich met het onderhouden van de begraafplaats, waaronder wordt verstaan het onderhoud aan gebouwen en paden, het maaien van het gras, het verzorgen van de algemene beplanting en de watergangen e.d.

Het onderhoud gebeurt door vrijwilligers uit de dorpen. U wordt nadrukkelijk verzocht uw eigen afval bij u thuis in de afval container te werpen!!!

 

Artikel 25  Onderhoud door de rechthebbende

De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, waaronder wordt verstaan de grafbeplanting, evenals het opnieuw stellen na verzakking en het schoonhouden van het gedenkteken, steenhouwer werkzaamheden (herstel en vernieuwing), onderhoud aan hekwerken en afscheidingen e.d., het kleuren en bijwerken van opschriften en het verzorgen van graftuintjes en niet-blijvende grafbeplanting. (kijk bij home voor professionele hulp)

Indien hij/zij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het bestuur van de stichting, nadat rechthebbende niet binnen één jaar na ontvangst daarvan in het onderhoud heeft voorzien, de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan het bestuur, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief of sticker, is opgeroepen over de toestand van de grafbedekking.

 

HOOFDSTUK 7

RUIMING VAN GRAVEN EN VERPLAATSING VAN GRAVEN OF ASBUSSEN

 

Artikel 26

Met inachtneming van de bepalingen in de Wet op de lijkbezorging en de bepalingen gesteld in dit reglement kan de beheerder graven doen ruimen. Ruiming van graven waarop een uitsluitend recht rust kan niet, dan met toestemming van de rechthebbende op dat graf.

Het voornemen van de beheerder om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden, via de mail of per brief ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf bekend is.

3 Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is bij de Stichting, wordt bij het te ruimen graf tijdig een sticker geplaatst. In dat geval geven zij rechthebbende uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip van ruimen, gelegenheid om contact op te nemen met het bestuur. Nabestaanden zijn zelf ook verantwoordelijk voor het bijhouden van de termijn en dienen tijdig contact op te nemen met de administrateur of beheerder!

De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid in het daarvoor bestemde algemene graf.

Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen, gedurende de in het tweede lid bedoelde termijn, de beheerder schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraven elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een as bus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf, kunnen de beheerder vragen om deze ter beschikking te houden voor herbegraven of verstrooiing elders.

De rechthebbende op een eigen graf kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.

Verplaatsing van een particulier graf of asbus/urn is alleen toegestaan met instemming van rechthebbende.

 

 HOOFDSTUK 8

HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE  GRAFBEDEKKING

 

Artikel 27  Lijst

Het bestuur van de stichting houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

Alvorens tot ruiming van graven over te gaan onderzoekt het bestuur van de stichting of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

Het bestuur van de stichting beslist in overleg met de vereniging Plaatselijk Belang en de gemeente Fryske Marren over het ruimen van graven welke van historische betekenis zijn en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

 

HOOFDSTUK 9

KLACHTEN

Artikel 28

Rechthebbenden en andere bij de begraafplaats een belang hebbende personen kunnen over feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het bestuur van de stichting een schriftelijke klacht indienen.

Het bestuur van de stichting beslist binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste dertig dagen verlengen.

Het bestuur van de stichting brengt de beslissing over de klacht schriftelijk ter kennis van de klager.

 

HOOFDSTUK 10

OVERGANGSBEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 29

Dit reglement treedt in werking op 1-05-2023

Alsdan vervallen de voordien bestaan hebbende voorschriften en bepalingen op dit gebied, behoudens eerbiediging van rechten, verkregen voor de inwerkingtreding van dit reglement, voor zover niet in strijd met de wettelijke bepalingen.

 

Artikel 30

Ingeval van verschil over de toepassing van dit reglement en in alle gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de stichting!.

Wijziging van dit reglement kan plaats vinden door het bestuur van de stichting.

Aldus vastgesteld op 1 mei 2023 te Harich en Ruigahuizen              

 

 

TOELICHTING OP ENKELE ARTIKELEN REGLEMENT STICHTING KERKHOVEN HARICH EN RUIGAHUIZEN

Artikel 10 sub 3 

Grafrusttermijn

De Wet op de lijkbezorging schrijft voor dat een graf pas mag worden geruimd  of worden hergebruikt wanneer na de laatste begraving of bijzetting van een lijk tien jaar zijn verstreken. Aanvullende informatie: Door het bestuur van de Stichting kerkhoven Harich en Ruigahuizen is besloten dat een graf pas mag worden geruimd of worden hergebruikt wanneer na de laatste begraving van een lijk twintig jaar zijn verstreken. Bij het begraven in een kelder dient een grafrusttermijn van veertig jaren in acht te worden genomen. Op de vraag of een kelder te hergebruiken is na de grafrusttermijn van veertig jaren laat de Landelijke Organisatie voor Begraafplaatsen ons weten dat een grafkelder geruimd kan worden en opnieuw worden gebruikt, mits de kelder nog in goede staat is natuurlijk en de lijkvertering van eerder begravende gunstig is verlopen – hetgeen zal blijken als de stoffelijke resten worden verwijderd. Alvorens een kelder kan worden hergebruikt dienen de stoffelijke resten van eerder begravende te worden verwijderd.

De kosten welke door een daartoe gespecialiseerd bedrijf in rekening gebracht worden  zijn echter hoog. Deze kosten komen voor rekening van opdrachtgever/belanghebbende.